Klant: ‘Ik sport, eet gezond en snoep bijna nooit meer. De knop is om en toch val ik niet af, hoe kan dat?’
Ik: ‘Omdat je teveel eet.’
Klant: ‘Maar ik kook gezond en haal nauwelijks nog snoep in huis. Ik eet minder vlees en veel meer groente. Ook ben ik drie keer per week gaan sporten in plaats van twee keer. Dan moet ik toch afvallen, maar dat gebeurt niet.’
Ik: ‘Waarschijnlijk eet je nog steeds te veel, want als je minder eet dan je verbruikt val je af. Dat doe je nu niet, anders zou je wèl afvallen.’
Dit is een gesprek wat herhaaldelijk (niet exact in dezelfde woorden natuurlijk) in mijn praktijk of op verjaardagsfeestjes (ja, daar komt het vaak ter sprake) voorkomt. Het vervolg van het gesprek houdt vaak in dat mensen verder gaan nadenken over hun eetgewoonten. Dan komen er uitspraken als:
‘Op een verjaardag doe ik wel gewoon mee, dat kan toch als ik zo goed op let door de week?’
‘Op zaterdag is het gezellig bij ons thuis, dan neem ik wel een paar wijntjes en kaasjes?’
‘Na het sporten eet ik vaak wat meer, dat heb ik dan echt nodig…toch?’
Kortom, er zijn nog steeds momenten waarop deze mensen teveel eten. Ze komen waarschijnlijk niet aan, omdat ze inderdaad op andere momenten goed opletten, maar afvallen doen ze ook niet. Dat komt (daar komt -ie weer), omdat ze over de gehele week gezien nog steeds te veel eten. Ik wil niet zeggen dat je nooit meer wijn mag drinken of mee kunt doen op een verjaardag. Wat ik wèl zeg is dat je je af kunt vragen hoeveel wijntjes je drinkt en wat meedoen precies inhoudt. Neem je een stuk taart, een paar glazen alcohol en een handje chips? Of is één wijntje genoeg en neem je alleen de taart?
Ook groente kun je teveel eten. Het gaat bij het afvallen niet zozeer om wat je eet, maar om de hoeveelheid. Van enkel ‘gezond’ voedsel kom je ook aan als je daar teveel van eet. Teveel is teveel, hoe je het ook wendt of keert. Je kunt gerust wat lekkers nemen af en toe, zolang je dat maar niet te vaak en te veel doet. Een handje chips kan best, een zak zou ik niet direct aanraden.
Stel jezelf de vragen: ‘Doe ik wat nodig is? Eet ik niet teveel? Ga ik er voor de volle 100% voor?
En geef vooral kritisch antwoord en kom in actie als de antwoorden je niet aan staan.